Deze website gebruikt cookies om de gebruikerservaring te verbeteren. Privacyverklaring

  • XSRF-TOKEN-protection
  • Browsersessie-ID
  • Cookie consent preferences
  • Analytics opslag
  • Advertentiegebruikersdata
  • Advertentiepersonalisatie
  • Advertentieopslag
21 februari 2025

Nieuwkomers moeten vanaf hun eerste dag in Nederland kunnen meedraaien

  • Over business cases, SROI en MVO
  • statushouders
  • asielzoekers
  • recruitment
  • arbeidsmarkt

Ondanks de politieke afkeer van migratie willen veel werkgevers vluchtelingen graag aan een baan helpen. Door stroperige procedures en vooroordelen gaat het toch vaak mis. FD-journalist Elfanie toe Laer liep mee met Wilma Roozenboom, directeur van Refugee Talent Hub. Hieronder lees je een verkorte versie van het artikel uit het FD van 15 februari jl.

"Het is eigenlijk een no-brainer", zegt Wilma Roozenboom tijdens de korte wandeling van station Schiphol naar het hoofdkantoor van Microsoft Nederland. Dit zinnetje zal de directeur van Refugee Talent Hub nog vaak herhalen vandaag. Refugee Talent Hub is een stichting die werkgevers en vluchtelingen samenbrengt. "Van de statushouders die in 2014 een verblijfsvergunning kregen, had zeven jaar later 45% een voltijdsbaan. Vandaar die no-brainer. Sommige werkgevers investeren al in deze groep, maar koudwatervrees en strenge regels maken dat de meeste naar andere oplossingen voor hun personeelstekort zoeken."

"Wat ik wil, is simpel", stelt Roozenboom. "Nieuwkomers zouden vanaf hun eerste dag in Nederland moeten kunnen meedraaien." Dat is goed voor de vluchteling en goed voor de samenleving, concluderen allerlei onderzoeken. Wie een baan heeft, integreert sneller, schreef bijvoorbeeld de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid al in 2015.

"Wie hier asiel aanvraagt, woont vaak nog lange tijd in een asielzoekerscentrum (azc). Sinds eind 2023 mogen asielzoekers na zes maanden voltijds aan het werk, waar dat voorheen nog 24 weken per jaar was. Maar het vinden van een baan is moeilijk. Opvanglocaties zijn er niet altijd op ingericht om deze groep aan het werk te helpen. Er is weinig informatie te vinden, er is geen ruimte om rustig te kunnen solliciteren, of de wifi werkt slecht. En werkgevers zien logistieke en administratieve hindernissen."

"Dat nieuwkomers snel aan het werk moeten, daar zijn de meesten het wel over eens", merkte Roozenboom in de zeven jaar dat zij nu directeur is van Refugee Talent Hub. "Een baan is niet alleen goed voor de integratie, maar levert ook geld op. Economisch onderzoeksbureau SEO becijferde vorig jaar dat als vluchtelingen snel aan het werk gaan, dat de staat miljarden kan opleveren. Toch gebeurt dit nog niet op grote schaal. De stroop en het gedoe zit bij de vraag hoe, niet bij waarom of wat." Dat merkt zij in de praktijk: wet- en regelgeving (zoals de tewerkstellingsvergunningen voor asielzoekers) staan ambities in de weg, net als cultuurverschillen en vooroordelen.


"Het maatschappelijke gesprek is harder", zegt Roozenboom. "Nog los van beleidsvoornemens, zit hem dat in hoe er wordt gesproken over deze groep. In watermetaforen: een tsunami van vluchtelingen. Denk aan de oproep van Henk van Houtum om dehumaniserende beeldvorming in woorden, beelden en kaarten te vermijden. "Dat negatieve frame gaat tussen de oren zitten, van werkgevers en de nieuwkomers zelf."

Ook plannen om migratie in te perken zorgen voor onrust en onzekerheid. "Zelfs mensen die genaturaliseerd zijn, vrezen dat zij weg moeten." De lange tijd die statushouders in asielzoekerscentra zitten te wachten, noemt zij "mentaal killing". "Vluchtelingen worden er wiebelig van en werkgevers twijfelen: moet ik wel investeren in deze werknemer als die misschien weer weg moet?"

Bezuiniging

Tijdens de bijeenkomst bij Microsoft Nederland zit staatssecretaris Nobel op de eerste rij. "Er staan 400.000 vacatures open en er leven hier 300.000 nieuwkomers. Het is een no-brainer: die kunnen we gebruiken!"
Op rij twee zit een medewerker van een vervoersmaatschappij, die ook meer vluchtelingen wil werven. "Het zou zo fijn zijn als die taaleis minder strikt was, dan hadden wij meteen een stuk minder vacatures", fluistert zij. Naast haar snuift een medewerker van Vluchtelingenwerk boos als Nobel aan het woord komt.
Als Maarten van Panhuis, die zich met zijn organisatie Refugee Connect inzet voor het aan het werk helpen van azc-bewoners, gedetailleerd vertelt welke administratieve hobbels de weg naar werk belemmeren, knikt Nobel enthousiast. Dit zijn de tips waar hij wat mee kan, zegt hij. Maar als iemand anders vraagt of asielzoekers niet wat sneller aan het werk zouden kunnen, krabbelt hij terug. "Vanuit arbeidsmarktperspectief snap ik dat je dat wilt. Maar dit gaat over migratie." En dat is dan weer de portefeuille van zijn collega, minister Faber.

"Er staan 400.000 vacatures open en er leven hier 300.000 nieuwkomers. Het is een no-brainer: die kunnen we gebruiken!"

"Hello again, we’ll switch to English now", zegt Roozenboom, terwijl ze knikt naar twee nieuwkomers aan tafel die wel Nederlands verstaan maar het nog niet zo goed spreken. "We hebben 25 minuten. Jullie mogen om de beurt jullie 'tips en tops' geven. Wie begint?"
Terwijl hij zijn broodje eet, luistert Nobel aandachtig. In de hoek van de kamer schrijft een ambtenaar van zijn ministerie geestdriftig mee. Twee nieuwkomers vertellen hoe vaak zij zijn afgewezen, ondanks hun ambitie en diploma’s. "I don’t know why", zegt Bilal, ingenieur, die tot zijn vreugde een startersbaan vond bij cateraar Vermaat. IT’er Tefvik, naast hem, worstelde ook lang met vooroordelen en administratieve rompslomp. "Maar ik ben een vechter, ik zet door."
Hij geeft de staatssecretaris een document: "Ik heb mijn vrienden gevraagd wat zij tegenkwamen in hun zoektocht naar werk in Nederland en hun ervaringen voor u opgeschreven." Nobel steekt de brief in de binnenzak van zijn donkerblauwe colbert en zegt: "Wow, good work."

Dit was een verkorte versie van het artikel in het FD. Wil je het gehele artikel lezen? Open de pdf hieronder of bekijk het online. 

Lees ook